Het is eigenlijk een must voor iedere ervaren naai(st)er: een op maat gemaakte paspop. Ten eerste is het leuk om te hebben én om te maken. Een zelfgemaakt accessoire of kledingstuk uitstallen is namelijk net wat leuker als ook nog eens kan op een paspop die je zelf in elkaar hebt geknutseld. Daarnaast is het ook gewoon erg handig om te hebben, helemaal als je een lastige maat hebt. Een paspop die precies voldoet aan jouw eisen en afmetingen zorgt voor perfect zittende kleding, geen overdreven luxe dus. Er zijn twee simpele manieren om een paspop te maken: of met duct tape of met gipsverband.

Met duct tape

De eerste methode die je kunt gebruiken, is die met duct tape. Allereerst, begin met het aantrekken van een oud shirt. Doe eerst vershoudfolie om je hals, en tape het shirt daarna uitgebreid in met duct tape. Zorg dat dit stevig gebeurt, vraag idealiter hulp van iemand anders om je torso en rug goed in te pakken met tape. Zodra het shirt hard van duct tape is, knip de torso aan de achterkant

Naaipatronen zijn je ‘bread and butter’ wanneer je zelf kledingstukken wilt gaan maken. In feite zijn het een soort bouwtekeningen, maar dan voor kleding en niet voor een huis of woonwijk. De allereerste stap is dus, voordat je kan gaan iets kan gaan maken, het naaipatroon aanschaffen (of zelf maken, mits je veel ervaring hebt). En voordat je een naaipatroon kan gaan aanschaffen, je raadt het eigenlijk al, moet je weten wat voor een kledingstuk je wilt gaan maken.

Welke naaipatronen bestaan er?

Een betere vraag is eigenlijk wat voor een naaipatronen niet bestaan. Bijna elk kledingstuk is vertegenwoordigd wanneer het op beschikbaarheid van naaipatronen aankomt, wel tegen betaling natuurlijk. Patronen voor babybroekjes, patronen voor jurken, patronen voor blouses; ze zijn allemaal te koop. Verder zijn er ook patronen voor dingen als tassen en andere accessoires in gespecialiseerde webshops en winkels te vinden.

Waar moet ik op letten?

Als je eenmaal naaipatronen hebt gekocht, dan zijn er

Om zelf kleding te maken heb je naaipatronen nodig. Voor mensen die niet bekend zijn met naaien: naaipatronen zijn in feite een soort blauwdrukken voor het maken van kleding. Kleren bestaan namelijk vaak uit verscheidene lappen stof. Deze ‘onderdelen’ worden gemaakt door een naaipatroon van patroonpapier op een stuk stof te leggen, en dan uit te knippen met een stofschaar Die worden aan elkaar genaaid, en zo ontstaat een kledingstuk. Naaipatronen kun je eventueel zelf maken, maar dat is best lastig. Ervaring met naaien is dan eigenlijk wel vereist. Soms kun je gratis naaipatronen vinden op het internet, maar deze zijn vaak niet heel bijzonder. In plaats daarvan kun je ze ook gewoon kopen, bij gespecialiseerde winkels zoals Matson.

Naaipatronen uitknippen of -snijden

Zorg voordat je begint voor een scherpe stofschaar of -mesje. Het is belangrijk om snel, en soepel door de stof heen te komen: zo blijft niet alleen de stof – en het kledingstuk – mooier, maar het naaipatroon blijft ook beter

Met een naaimachine kun je ongelofelijk veel: van stukken stof oplappen, tot knutselen met de (klein)kinderen. Er zijn tal van stoffen waarmee gewerkt kan worden, iets wat natuurlijk afhangt van wat je maakt. Maar wat wel belangrijk is om te onthouden, is dat sommige stoffen veel sterker en weerbaarder zijn dan andere. Zo is spijkerstof stug en lastig te bewerken, terwijl kanten stof juist heel teder en dun is. Daarom, in deze blog, gaan wij het hebben over die laatste: kant.

Wat is kant?

Als je het Googled, krijg je twee opties: Immanuel Kant, een Duitse filosoof. Of kant, stof. Kanten stof is textiel, een ambachtelijk weefsel. Het is in feite een soort mengelmoes van andere hoogwaardige stoffen en draden: linnen, katoen, zijde, zilver- en gouddraad. Het klink enorm decadent, en het is ook al vrij oud. Kant is namelijk ontstaan in de vijftiende eeuw na Christus, in Europa. 

Naaitechnieken met kant

Naaien met kant vergt soms engelengeduld. Het is een doorzichtige stof, eentje die tevens